Alcalá de Guadaíra is een leuk stadje vlak bij Sevilla in Andalusië, Spanje. We bezoeken er een aantal bezienswaardigheden: een Middeleeuws kasteel op een heuvel, watermolens langs de rivier de Guadaíra en de prachtige Puente de Drágon.
Inhoudsopgave
Het kasteel van Alcalá de Guadaíra
We starten ons bezoek aan Alcalá de Guadaíra bij het Middeleeuwse kasteel, boven op een heuvel. Blij met onze e-bikes, want we fietsen met standje turbo zó naar boven.
Verhaal van het kasteel
In de 8ste eeuw van onze jaartelling veroverden de Moren het gebied op de Romeinen. Zij bouwden er een vesting met een kasteel. Het is de op 2 na grootste van Andalusië. Alcalá komt van het Moorse woord voor vesting. De naam Alcalá de Guadaíra betekent dus ‘vesting bij de rivier de Guadaíra’.
In 1244 nam Ferdinand III van Castilië de vesting in tijdens de christelijke herovering van de regio. Hij richtte het in als militaire gevangenis. Na zijn dood verloor het die functie en verviel de vesting. Er is tegenwoordig niet veel over, maar de torens en muren van het kasteel zijn gerestaureerd. En gelukkig toeristvriendelijk gemaakt. Je kunt nu via stevige, houten trappen de muur opklimmen en daar veilig op lopen, want er zijn leuningen aangebracht. Vanaf de muur heb je uitzicht op de resten van de Moorse hammam binnen het kasteel, en aan de andere kant op een armoedig wijkje.
Bij het kasteel staat een wegwijzer naar een interpretatiecentrum. We vermoeden dat dat in de kerk naast het kasteel is, maar als wij er zijn is die niet open.
Ferdinand III nam in 1248 ook de alcazaba (= Moors kasteel) van Antequera in. Lees hierover mijn blogbericht.
Lees meer over de Christelijke herovering van Spanje op historiek.net: De Spaanse Reconquista op het Iberisch schiereiland.
Pastelería La Centenaria in Alcalá de Guadaíra
We fietsen de heuvel af en lunchen in het centrum, bij Confitería & Cafetaría La Centenaria. Hier verkopen ze allerlei soorten gebak. Wij laten ons deze keer niet verleiden om die te kopen, want we hebben de Yemas de San Leandro die we in Sevilla kochten nog niet eens op. Lees over deze zoetigheden in mijn blog 9 bezienswaardigheden in Sevilla.
Een eindje verderop in de straat van La Centenaria is trouwens het klooster van Santa Clara, waar ze ook allerlei zoete lekkernijen maken en verkopen. Je kunt ze ook online bestellen, ze bezorgen zelfs in Nederland. Tegen torenhoge verzendkosten, dat wel.
Betegeld interieur
La Centenaria heeft een heel bijzonder betegeld interieur en is alleen daarom al een bezoek waard! Bekijk niet alleen de winkel (al zijn daar wel de mooiste tableaus) maar ook de bar er naast en de patio er achter. Je vindt het aan de Calle Nuestra Señora del Águila, beter bekend als de Calle de la Mina. De tegels komen uit een paviljoen van de Ibero-Amerikaanse Expositie van 1929 in Sevilla. Aan het einde van de tentoonstelling sloopten ze het paviljoen en de toenmalige eigenaar van La Centenaria kocht een aantal tegeltableaus. De rest van de tegels komt uit het prestigieuze keramiekhuis van Triana Mensaque, dat sinds 2006 gesloten is.
Interessant weetje: in het woonhuis van de familie Mensaque in de wijk Triana in Sevilla kun je nu een appartement boeken (leuk om even door de website te neuzen en de betegelde kamers te bewonderen).
El Molino de la Mina
Even verderop aan de Calle de la Mina staat voor het theater van Alcalá de Guadaíra een glazen gebouwtje. Het lijkt de ingang van een parkeergarage, maar het is de entree van het gloednieuwe museum van El Molino de la Mina. Dat is eind december 2023 geopend. Het staat op ons lijstje ’te bezoeken bezienswaardigheden’ in het stadje, maar is jammer genoeg gesloten. Zo te zien vanwege een besloten bijeenkomst, want er lopen binnen wel mensen.
El Molina de la Mina is een ondergrondse watermolen. Met een wetenschappelijke term: hypogeïsche molen. Er zijn er maar twee in Europa; de andere heb ik natuurlijk opgezocht: de ondergrondse watermolen in Zwitserland. De stad Alcalá de Guadaíra ligt op het laagste punt van een grondlaag die water bevat. De Romeinen bouwden een ondergronds gangenstelsel en een bovengronds aquaduct om het water te transporteren. De Moren reconstrueerden het later. Alcalá de Guadaíra vervoerde zo o.a. water naar Sevilla, waar ze zelf niet genoeg schoon water hadden. Daar is zelfs nog een stuk van het aquaduct – de Caños de Carmona – bewaard gebleven; in de Calle Luis Montoto in de stad Sevilla.
De molen werd ergens in de 14e of 15e eeuw gebouwd en was in gebruik tot de jaren twintig. Hij maakte gebruik van het water dat met kracht door de ondergrondse gangen stroomde. Nadat het theater er een jaar of 10 bovenop werd gebouwd was de mijn alleen toegankelijk via een luik dat leidde naar een schacht zonder trappen. Tot nu dus. In het nieuwe museum kun je met een gids de molen en een deel van de ondergrondse gangen verkennen. En je krijgt uitleg via panelen en met een VR-bril.
Watermolens
De Moren en vervolgens de Christenen bouwden watermolens op de oevers van de rivier. In de molens maalden ze graan tot meel en hiermee bevoorraadden ze de bakkers in de omgeving, onder wie die in Sevilla. Alcalá de Guadaíra kreeg daarom de bijnaam Alcalá de los Panaderos (Alcalá van de bakkers) en werd ook de ‘broodmand van Sevilla’ genoemd. We fietsen door het langgerekte park langs de rivier om ze te bekijken (ook heel leuk als wandeling). We zien een paar mooie gerestaureerde en eentje die nog totaal vervallen is.
Pas bij het zoeken naar achtergrondinformatie voor dit artikel zie ik dat we de Molino de la Tapada hadden moeten opzoeken. Dit is namelijk de bijzonderste en de fotogeniekste. Lees meer Molino de la Tapada op de website van het toeristenbureau van Alcalá de Guadaíra. Je vindt hem via Google Maps.
Puente del Dragón
Aan het eind van het park zien we de enorme draak al van veraf liggen. Hij is gemaakt van kleurrijke keramische tegels en hij kronkelt zich onder en boven het wegdek van de brug door. Dichterbij ontdekken we steeds meer details. Twee trappen met wanden van tegels in allerlei kleuren leiden naar de rivierbedding. Je kunt ook naar beneden via een paar verharde zandpaadjes. Onder de brug kun je enorme tegeltableaus met onderwatertaferelen bewonderen.
De brug was de winnaar van een wedstrijd die de Junta de Andalucía (de Andalusische overheid) uitschreef. Hij werd gekozen via een volksstemming onder de inwoners van Alcalá de Guadaíra.
Lees meer over het stadje en de bezienswaardigheden in het blogartikel van Mexico Cassie: An Unusual Daytrip from Sevilla.
Op de fiets naar Alcalá de Guadaíra
Wij fietsen naar Alcalá de Guadaíra vanaf camperplaats Carcaracol. Een prima terrein: supervriendelijke medewerkers, een schone ondergrond van grind, en sanitair dat meerdere keren per dag wordt gepoetst. Er zijn twee badkamers met elk een douche en wc. Het lijkt erg weinig voor het aantal campers, maar in de praktijk hoef je nauwelijks te wachten. Ik neem aan dat veel camperaars hun eigen sanitair gebruiken.
Op de fiets zijn we vlot in Alcalá de Guadaíra, maar de heenweg is nog wel een dingetje… Omdat de camperplaats aan een richtingsweg ligt, moet je het eerste stuk over een heel smal zandpaadje. Dat begint direct naast de camping en wordt op Google Maps aangegeven. Als je de roadblocks (bedoeld voor auto’s) negeert en goed uitkijkt voor takken en stenen op het pad, takken boven het pad, en drassige plekken is het goed te doen. Echt! Gewoon stug doorfietsen! Het laatste stuk fiets je over een vrij rustige doorgaande weg en terug kun je helemaal langs die weg.
Een alternatief voor de heenweg is: sla bij de ingang van de camperplaats rechtsaf, fiets tot het viaduct, steek de snelweg over, fiets linksaf en rijd tot het volgende viaduct, steek daar de snelweg nog een keer over en volg de wegwijzers naar Alcalá.
Vanaf de camperplaats gaan we ook een dagje naar Sevilla. Met de lijnbus. Lees ook mijn bericht 9 bezienswaaardigheden in Sevilla.
This entry was posted in Europa