Cádiz staat niet bovenaan het lijstje van de meeste Andalusië-gangers. Het is dan ook zeker niet de meest bezienswaardige stad van deze regio. Maar het is een sfeervolle stad met veel monumentale panden en een leuke oude wijk met mooie pleintjes en smalle straten. Toch een prima bestemming voor een stedentrip dus.
Cádiz is ook een tussenstop in mijn voorstel voor een campertrip door Andalusië.

Schiereiland in de Atlantische Oceaan
Cádiz ligt westelijk van de Straat van Gibraltar en dus aan de Atlantische Oceaan. De stad wordt er zelfs helemaal door omringd, want het is een schiereiland. Je kunt er op meerdere manieren komen: via 2 bruggen, via een toegangsweg over een smalle landtong en met het voetveer vanuit El Puerto de Sta María of Rota.

Voetveer naar Cádiz
Zelf nemen wij het voetveer vanaf El Puerto de Santa María. Wij staan daar vlakbij op camping Las Dunas. Het is een klein half uurtje lopen of 10 minuutjes fietsen langs het strand en de rivier de Guadalete. Je mag je fiets ook meenemen op de boot.

De Put
Vanaf de ferry zien wij in de verte één van de 2 bruggen. Deze is gloednieuw: hij werd pas in 2015 geopend. De brug verbindt de stad Puerto Real met Cádiz. Het is één van de hoogste en langste bruggen ter wereld. Hij heet officieel de Puente de la Constitución 1812 (Brug van de Grondwet 1812). Heel symbolisch bedoeld, want de opening was gepland in 1912. Helaas was de bouw 3 jaar vertraagd en waren de kosten het dubbele van wat begroot was. Ik neem aan dat de brug daarom in de volksmond La Pepa (de Put) wordt genoemd.

Geschiedenis van Cádiz in het kort
De stad Cádiz is waarschijnlijk al meer dan 3.000 jaar geleden gesticht, door de Feniciërs, en is de oudste stad van Spanje. Zij speelde een belangrijke rol bij de handel in de Nieuwe Wereld. Na de ontdekking van Amerika in 1492 had Cádiz lange tijd het monopolie van de vaart op Midden-Amerika. In september 1493 vertrok Christoffel Columbus vanuit Cádiz voor de tweede keer naar Amerika. Ook was Cádiz in de 16e en 17e eeuw de thuisbasis van de Zilvervloot.


Historisch centrum Cádiz
Op de camping hebben we een gratis plattegrondje gekregen, maar dat hebben we – verstrooid als we allebei zijn – in de camper laten liggen. Daarom kopen we bij het toeristenbureau in Cádiz voor 1 euro een nieuw plattegrondje en daarmee wandelen wij door het stadscentrum.
Op de gevels van de monumentale panden hangen borden met informatie over de geschiedenis ervan. In het Spaans en zowaar ook in het Engels. Vooral de smalle straatjes van de oude stad vinden wij leuk. Voor extra vermaak zorgen de auto’s die daardoorheen rijden (gelukkig stapvoets). We verschansen ons telkens in een portiek of plakken onszelf tegen de muur, en verbazen ons erover hoe zij de nauwe bochten weten te nemen (aan de deuken te zien, gaat het niet áltijd goed).


Regen en wind in Cádiz
Het regent een beetje, maar dat kunnen wij Nederlanders wel hebben. Terwijl de andere toeristen zich in lagen plastic hullen en hun paraplu’s opsteken, lopen wij op ons gemakje rond met alleen een vestje aan. Maar als er vanuit de oceaan een keiharde en ijskoude wind opsteekt, houden wij het voor gezien en nemen de veerboot terug. We komen hier vast nóg wel eens.


Lees ook mijn andere berichten over Andalusië.
This entry was posted in Europa