De bezienswaardigheden van Bali zijn mooi en interessant, maar van onze wandelingen rond ons dorpje Payogan genieten we net zo veel of misschien wel meer. We zien van alles dat ‘anders’ is dan we gewend zijn, voeren gezellige gesprekjes en wisselen knikjes en glimlachjes uit met mensen die geen Engels kunnen. (In het Indonesisch komen wij nog niet veel verder dan ‘selamat pagi’; ‘goedemorgen’.) Wij beheersen aardig de kunst van slow traveling.
Inhoudsopgave
Wandelen naar kleine winkeltjes en de Bintang supermarkt
In ons buurtje in Payogan zijn veel kleine winkeltjes. Daar doen we regelmatig boodschappen, maar om de paar dagen doen we inkopen bij de Bintang, een grote supermarkt richting Ubud, met veel westerse producten. Niet goedkoop, maar we willen niet voor 2 maanden helemaal overschakelen naar een compleet Balinees dieet. Niet omdat we dat niet lekker vinden(!), maar omdat ons lijf daar niet op (in)gesteld is.
We gaan meestal lopend naar de Bintang. Deels langs een rustig binnendoorweggetje dat onze gastheer Ketut ons heeft laten zien. Dat is ook heel geschikt voor een korte rondwandeling door de buurt. We komen langs een tafeltennisclub, een tempel, een hanengevechtarena, een volleybalveld, rijstvelden, een weggetje met aan beide kanten villa’s, 2 sportscholen en een koffietentje, Lumbini café. Vaak stoppen we daar even voor een kopje heerlijke baristakoffie.
Eén van de rijstvelden is van een zus van Ketut en een (andere of dezelfde?) zus is eigenaar van 2 villa’s lang het weggetje. Ze woont met man en zoon in de ene en verhuurt de andere – Uma Kaya – per etage. Ook de andere villa’s langs het weggetje zijn toeristenresorts. In heel verschillende prijsklassen.
[Lees verder onder de foto’s]
Koffie bij Lumbini
Als we koffie drinken bij Lumbini cafe schuift eigenaar Kadek graag bij ons aan. Als hij er is, tenminste, want hij heeft ook een baan in een hotel vlakbij. Hij vertelt dat hij het koffietentje samen met zijn zakenpartner in covidtijd geopend heeft, omdat ze geen werk en dus geen inkomen hadden. In het begin hadden ze gelukkig klandizie van locals en nu weten ook toeristen hen te vinden.
Het staat in the middle of nowhere, maar tegenover een fitnesscentrum, dus lekker strategisch! En de koffie is goedkoop; dat vinden wij tenminste: omgerekend € 1,60 voor een cappuccino en 1 euro voor een dubbele espresso. Dichter bij het centrum van Ubud betalen we ‘Hollandse’ prijzen voor barista-koffie. Een lokale taxichauffeur waar we een keer mee aan de praat raken, vertelt dat hij Lumbini cafe kent omdat hij altijd aan de overkant gaat sporten, maar er nooit koffie koopt, omdat die te duur voor hem is. Alles is relatief…
Over de doorgaande weg naar de Bintang
Als we naar de Bintang gaan, moeten we ook nog wel een eind langs de doorgaande weg richting Ubud lopen. Dat is nogal een hike. Hobbels, loszittende tegels en gaten in de stoep door boomwortels. Opgebroken stukken stoep en wegdek omdat er leidingen aangelegd worden. Gladde stukken door mos als het geregend heeft. En heel goed opletten voor het verkeer waar geen stoep is of waar deze vol geparkeerde scooters staat. Gelukkig raken we er al snel bedreven in.
En dit stuk langs de doorgaande weg is ook een leuke wandeling. Langs streetfoodkarretjes, huis-aan-huis-verkopers met volgeladen scooters, kunstgalerijen, cafeetjes, winkeltjes. En trouwens ook een vestiging van ‘Hair Spa Rob Peetoom’. Terug nemen we vaak voor een paar euro een taxi. Wel zo makkelijk met onze volle rugzakken. En naast de supermarkt is een taxistand.
Rondje koffietentjes en winkeltjes in de buurt
In plaats van richting Ubung wandelen we na het binnendoorweggetje ook vaak via de doorgaande weg terug naar huis in Payogan. Een kort en fijn ommetje:
Lunch bij de warung
Bij ons blokje om eten we een keer bij Warung RM. Manik. Warung betekent winkel en vaak zijn warungs kleine eettentjes.
Wij huren 2 maanden een huis in Payogan bij Ubud op Bali. Lees mijn reisverslag.
This entry was posted in Azië