Alcossebre is een badplaats aan de Costa del Azahar. Ik had nog nooit van die costa gehoord, en jij die dit leest, waarschijnlijk ook niet. Deze streek is lang niet zo bekend als bijvoorbeeld de Costa del Sol en de Costa Brava. Het is dan ook niet overlopen door buitenlandse toeristen en heeft nauwelijks hoogbouw.

Inhoudsopgave
Mooie kust bij Alcossebre
Het plaatsje is niet speciaal aantrekkelijk, maar de kust en de stranden zijn prachtig! En vanaf de boulevards, en de vlonderpaden heb je er goed zicht op. Je kunt er leuk fietsen en wandelen.











Natuurgebied Serra d’Irta
Ten noorden van Alcossebre ligt het Parc Natural Serra d’Irta, met een aantal wandel- en mountainbikeroutes. Als ik het onverharde weggetje naast de camperplaats in wandel, kom ik tot mijn verrassing in een uitloper van het park terecht, op een route naar het kerkje Ermita de Santa Llúcia i Sant Benet. Dat staat heel hoog op een berg en je ziet het vanaf de camperplaats in de verte liggen. Ik neem me voor om op een andere dag helemaal tot aan het kerkje te lopen, maar ik hoor van mede-camperaars dat dat heel erg zwaar is, vooral omdat er het laatste stuk niet echt een pad meer is. Omdat alleen te doen, lijkt me niet veilig.




Alcalà de Xivert
Tien kilometer het binnenland in ligt het stadje Alcalà de Xivert. Met een aantal mooie gebouwen, maar ook veel die erg vervallen zijn. Een bezoekje waard, maar alleen als je toevallig in de buurt bent. Vanaf de camperplaats fietsen we in ruim een half uur naartoe. Het eerste stuk over een vrijliggend fietspad, dan een stukje over een doorgaande weg en vanaf de 2e rotonde over de vía de servicio (ventweg). Als je de plaats op Google Maps ingeeft en kiest voor ‘fiets’, komt het vanzelf goed.
Kijk voor toeristische informatie over Alcossebre en Alcalà de Xivert op de website van de gemeente. Of bezoek het toeristenbureau. Je vindt het op de boulevard.












Camperplaats Las Moreras bij Alcossebre
We staan ruim een week op camperplaats Las Moreras. Die ligt in een rustige woonwijk tegen het centrum aan. Door het centrum wandelen we in nog geen 10 minuten naar de boulevard.


Vlak bij de camperplaats ontbijten we een paar keer bij panaderia/cafetaria Manel’s (link naar Google Maps) met koffie en een caracol (letterlijk vertaald: slak).


Ontmoeting met 90-jarige
Als ik even de poort uitloop naar de afvalcontainers, begint een oude vrouw die langs mij wandelt in het Spaans tegen me te praten. Als ze doorheeft dat ik haar niet versta, gaat ze in het Frans door: ‘Ik praat Frans, want ik heb 6 jaar in Frankrijk gewoond’. Dat komt goed uit, want ik praat een petit peu Francais. Maar als ik haar op een gegeven moment toch niet helemaal begrijp (ze praat half Frans, half Spaans, en dat in elke zin) en dat tegen haar zeg, antwoordt ze (en dat versta ik gelukkig wel): ‘Ik houd van praten, geeft niet dat je me niet verstaat, ik klets toch wel. Ik houd ook hele verhalen tegen mezelf. Je suis tres mayor (‘oud’ in het Spaans). Ik: ‘Hoe oud dan, als ik vragen mag?’ Ik geloof mijn oren niet als ze antwoordt dat ze 90 jaar oud is.
Ze heeft het over haar zoon, en omdat ze met mij mee het terrein oploopt, vraag ik over haar zoon soms de beheerder van de camperplaats van Alcossebre is. ‘Nee, mijn zoon woont in Bilbao’ ‘En waar woont u dan?’ ‘Ook in Bilbao’ Ik snap er nu niets meer van…. Gelukkig maakt ze het al snel duidelijk: ‘Mijn zoon houdt van camperen en we staan hier met de camper.’ Typisch Zuid-Europa: je wilt met je camper op vakantie, maar je laat je bejaarde moeder natuurlijk niet alleen thuis. Ik loop gezellig met haar mee naar haar camper en vanaf dat moment zijn we vriendinnen: ‘A demain!’.
Als we elkaar op een ochtend bij het wc-gebouwtje tegenkomen, vertelt ze dat ze terug naar Bilbao gaan. Ze begint weer uitgebreid te kletsen, en houdt niet op, terwijl haar schoondochter haar vriendelijk naar de camper duwt: ‘Comme un paquet’, grapt ze, ‘mais elle m’aime beaucoup’. Dat zie ik!
This entry was posted in Europa